Analyse zorgbeleid

Sterke punten: 

• Beide zorgcoördinatoren hebben een 4/5 opdracht. Dit wil zeggen dat ze allebei enkel en alleen instaan voor de zorg op school. Hierdoor kunnen ze zich goed verdiepen in de problematieken die zich voordoen op school. 
• Er wordt sterk ingezet op het zorgbeleid van de school. Het GIB staat erom bekend een zorgende school te zijn en maakt dit ook waar. Er zijn heel wat initiatieven ingericht binnen de brede basiszorg om de leerlingen te ondersteunen. Ik denk hierbij aan de inhaallessen en de huiswerkbegeleiding die voor iedereen toegankelijk is. Verder wordt er binnen de verhoogde zorg ingezet op het ondersteunen van leerlingen met verschillende problematieken. De leerling wordt kort opgevolgd. 
• De gesprekken met leerlingen worden enkel en alleen tijdens pauze's ingepland. Dit zorgt ervoor dat de leerlingen geen klassikale instructie of inoefening moeten missen. Een klein nadeel hieraan verbonden, is dan weer dat de zorgcoördinatoren praktisch geen pauze hebben, of toch zeker niet op de moment dat hun collega's pauze hebben. 

Verbeterpunten: 

• Door de 4/5 opdracht, hebben de twee zorgcoördinatoren veel werk. Hierdoor is het voor hen niet echt mogelijk langere begeleidingsprocessen op school aan te gaan. Een leerling wekelijks of tweewekelijks zien, gebeurt er zelden. Op zich is dit niet zo erg, maar er wordt ook niet snel genoeg doorverwezen naar externe hulp.
• Er valt ook geen leerlingbegeleiding onder de zorgcoördinatoren. De enige persoon die enkele (4u) leerzorg heeft, is Véronique Hofkens, maar zij focust zich voornamelijk op eerste- en tweedejaars. Dit zorgt ervoor dat zowel de begeleidingsgesprekken, als alle administratie bij twee personen terecht komt. Er worden dus vaak heel wat overuren gedraaid door de vele administratieve taken die bij de job komen kijken. Hier zou een beter evenwicht in moeten gevonden worden. 
• Verder is het belangrijk dat er een verschuiving plaatsvindt van de leerzorg. Deze leerzorg komt samen met andere problematieken bij de zorg terecht en zorgt voor een overrompeling van ondersteuningsvragen waar ook leerkrachten zelf mee aan de slag zouden kunnen gaan. Concreet heb ik het hier over studieproblemen waar leerlingen mee te kampen hebben.